Rome benoorden de Alpen

De emancipatie van het katholieke volksdeel had begin 20e eeuw voor Nijmegen grote gevolgen. De rooms-katholieke kerk en haar instituties kregen politieke macht. De stad telde in die tijd ruim 50 kerken en kloosters en de bevolking had zich te houden aan een christelijke moraal die alles doordrong. In 1923 werd in Nijmegen een Rooms Katholieke Universiteit opgericht, met als schutspatroon Thomas van Aquino. Deze geleerde vond in zijn tijd onder andere dat het nutteloos was vrouwen te onderwijzen. Het merendeel van de professoren - allen man - was dat in 1923 wellicht met hem eens.

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt in Amsterdam op 7 december 1946 homo-belangenorganisatie 'Shakespeare Club' opgericht en in februari 1949 omgedoopt tot C.O.C. Dit was een schuilnaam en staat voor ‘Cultuur- en Ontspannings Centrum’.

Zelfs voor zo’n discrete organisatie was in het streng katholieke Nijmegen van die tijd geen plaats. Nijmegen was een door en door katholieke universiteitsstad, ook wel Rome benoorden de Alpen genoemd. In 1950 pleit het landelijk katholiek Centrum voor Staatkundige Vorming in het rapport ‘Overheid en Openbare Zeden’ nog voor een verbod op homoseksualiteit. In een Mandement van de Nederlandse bisschoppen uit 1954 volgt voor katholieken een verbod op lidmaatschap van ‘onzedelijke’ organisaties.

Maar veel katholieken zijn het niet eens met deze bemoeienissen. In de jaren van het Mandement zijn al Nijmeegse theologen betrokken bij een door het COC opgezet centrum voor seksuologische studies. En in 1965 vindt in Nijmegen een congres plaats over homoseksualiteit, georganiseerd door rooms-katholieke artsen. Dit congres wordt gezien als de definitieve doorbraak in het denken over homoseksualiteit binnen katholieke kringen.

Vervolging

Al voor de tweede wereldoorlog werd in Nederland - op initiatief van christelijke partijen - homoseksueel gedrag in bepaalde gevallen strafbaar [artikel 248bis] gemaakt. Direct na de inval in 1940 kondigt de Duitse bezetter een verordening af waarmee homoseksueel gedrag strenger wordt bestraft. Na de oorlog wordt in Nederland de anti-homoverordening van de bezetter meteen ingetrokken, maar artikel 248bis blijft van kracht tot 1971.

Artikel 248bis heeft de levens van veel homoseksuele mannen en jongens verwoest. Niet in de laatste plaats omdat de politie in dergelijke zaken ook alle personen die in de adresboekjes van 'verdachten' voorkwamen mocht verhoren. En de politie niet aarzelde om werkgevers of ouders gegevens uit hun kaartenbak toe te spelen.

Tot in de jaren 60 werden op het politiebureau persoonskaarten bijgehouden van homoseksuelen en andere 'potentiële euveldaders' - zoals ongehuwde vrouwen die als ambtenaar of lerares werkzaam waren. Dat was landelijk beleid. Op een gegeven moment stond zo'n 2 % van de bevolking uit de grotere steden op deze wijze geregistreerd. De Nijmeegse politie heeft het bestaan van een dergelijke administratie altijd ontkend, maar Pieter Koenders is bij zijn onderzoek voor 'Tussen christelijk reveil en seksuele revolutie' nog resten van zo'n registratie tegengekomen en deze zijn gepubliceerd.

Ook in Nijmegen werden homo’s geregistreerd, opgepakt en veroordeeld, ontslagen op hun werk, uit huis gezet, vanaf de kansel verketterd. Zo was begin jaren 70 een van de vaste bezoekers op de COC-soos Mr. Franckenstraat 76 een ingenieur die na een 'schandaal' zijn baan was kwijtgeraakt en alleen nog werk kon krijgen bij de plantsoenendienst. Reijer de Barbanson voorzitter COC-Nijmegen 1978 - 1979 werkte op de meubelafdeling van V&D en werd ontslagen vanwege zijn homoseksualiteit.

Later werd de zedelijkheidswet uit 1912 beschouwd als preuts, maar pas in 1971 werd de minimum leeftijd voor homoseksuele contacten weer op 16 jaar gesteld. Het onrecht was al geschied. Tot aan de afschaffing van artikel 248bis zijn meer dan vijfduizend homoseksuele personen vervolgd onder wie zeven vrouwen.

De kroeg als schuilplaats en schuilnamen

Zo'n 65 jaar geleden riskeerde je dus je hele hebben en houwen als je homoseksuele contacten openbaar werden. Je trof elkaar in besloten kring. Kroegen waren een schuilplaats. Uitgaan deed je liefst in een andere stad, bekenden van je werk of uit je buurt wilde je niet tegen het lijf lopen. Vanaf Nijmegen CS bracht de Nichtenexpress je o.a. naar bar ‘The White Horse’ Arnhem. Nijmeegse lesbische vrouwen kon je ontmoeten in ‘Hotel Blanc’ dichtbij CS Arnhem. Sommigen zochten hun toevlucht in de Amsterdamse homoscene. Clem Bongers was onlangs op tv te zien met zijn verhaal.

Het was tot ver in de jaren 60 voor een homoseksuele man of vrouw van levensbelang om niet uit de kast te komen. Of bij je echte naam bekend te zijn, soms zelfs in de homoscene. In Nijmegen kwam Kerngroep 552 [het postbusnummer] in 1970 nog bijeen als 'de Personeelsvereniging' en later als 'Gespreksgroep Ds. Colijn’. Totdat Kerngroep 552 zich in 1971 aansloot bij COC Nederland. Overigens een naam die tot op de dag van vandaag uitgelegd moet worden.

Club Coconut zat tegenover Villia Lila in de Betouwstraat. Eigenaar was Ton 'van de Wella' [vertegenwoordiger bij Wella]. We hebben het aan Frans Kouwenberg [van 't Bakkertje'] gevraagd maar hij kan zich de achternaam van Ton niet herinneren. Frans werd zelf 'de Bakker' genoemd, thuis hadden ze een bakkerij. Frans ging uit met Frans 'van de Schoenen' en Frans 'van de TV': "Toen bleven er nog wel eens bonnetjes achter de bar liggen". Anneke van Rens heette als eigenaar van café De Smidse Anneke 'van de Smidse'. Voor economisch onafhankelijke mensen als Frans de Bakker of Anneke van de Smidse - hoezo schuilnaam - viel het misschien wel mee. Maar voor anderen was het oppassen geblazen en was een schuilnaam bittere noodzaak.

Nog tot veertig jaar geleden moest je ook als fotograaf in de homowereld omzichtig te werk gaan. Sommigen wilden absoluut niet op de foto. In 2013 tijdens de opening van ‘Tuffen Kazen Klemen,’ is de sfeer juist andersom: “Waar sta ik? Ben ik dan niet lesbisch genoeg?” klonk het van één van de bezoeksters: Marij Derks. Marij hoort echt tot een generatie lesbische vrouwen met een eigen achternaam, maar staat nog steeds bekend als Marij 'van de Mets'. Die naam dankt ze aan café Mets, dat direct na opening in 1987 een groot succes bleek bij lesbische vrouwen en linkse politici.

Lesbische vrouwen

In de jaren 50 en 60 was er ontzettend weinig te vinden over lesbische geschiedenis of cultuur. Het lezen van lesbische pulpromans was voor lesbische vrouwen vaak de enige mogelijkheid om uit te vinden hoe lesbiënnes leefden. Een aantal bekende schrijfsters publiceerden in het genre onder [mannelijk] pseudoniem: Patricia Highsmith, Marion Bradley. De pulpromans werden verslonden, ondanks dat het meestal slecht afliep met de heldinnen. De butch verleidster ging altijd recht op haar doel af, maar aan het eind wachtte haar een tragisch lot: ze moest naar het gevang, kreeg een ziekte of deed zichzelf wat aan. Het 'slachtoffer' van de verleiding keerde - na afstand doen van haar zonden - terug in de armen van man of gezin. The Price of Salt uit 1952 was de eerste lesbische pulproman waarin het tot het einde wel gezellig blijft tussen de lesbische heldinnen.

Het idee voor oprichten van lesbische archieven in Nederland ontstaat in 1981, tijdens de Zomer Universiteit Vrouwenstudies Amsterdam. Hoewel in de vrouwenbeweging lesbische vrouwen vooraan staan bij acties en manifestaties, is er in het ZUV-programma weinig te vinden over lesbische thema's en cultuur. Deelnemende lesbische vrouwen organiseren daarom zelf workshops. Tijdens die bijeenkomsten blijkt het grote gemis aan lesbische geschiedschrijving. Na de ZUV worden landelijk vergaderingen belegd en er ontstaan initiatieven voor lesbisch archieven in Leeuwarden, Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Nijmegen.

In Nijmegen vindt In Vrouwenhuis Gaotika [voormalig Hotel Terminus nu Joris Ivensplein] op 28 mei 1982 de eerste oprichtingsvergadering voor een lesbisch archief plaats. LANijmegen verstuurt in december 1983 de eerste nieuwsbrief. Het archief is al opgericht maar heeft geen onderdak. Verzamelt wel al lesbische geschiedenis en brengt deze onder bij een medewerkster thuis. In januari 1985 opent Lesbisch Archief Nijmegen officieel haar deuren in homohuis Villa Lila waar LAN tot 2010 zal samenwonen met andere Nijmeegse Regenboog organisaties.

In Nijmegen werd in 1983 de film Da's Een Pot, Da's Zeker! gemaakt. Ineke van Mourik en Frances Nijssen [Vereniging De Feeks], Diny van Tongeren en Marleen Spronk vertellen over potteus Nijmegen anno 1983 en hoe het in Nijmegen was voor een lesbische vrouw in de vroege jaren 70. Je ziet ook Marischka Bours [Side Step] dansles geven in het Vrouwencentrum Nijmegen.