Begin mei is er steevast discussie over de landelijke Dodenherdenking in Amsterdam. Welke slachtoffers worden er op 4 mei genoemd, in welke volgorde en wie mag er bloemen leggen? In Nijmegen is dat helaas niet anders.
De verschrikkingen die ook homoseksuele mannen en lesbische vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog in concentratiekampen moesten ondergaan zijn in de jaren na de bevrijding lang genegeerd. De verhalen waren wel bekend. Over homovervolging, ook over discriminatie door de leiding èn mede-gevangenen in de kampen. Over het dappere verzet door homo's en lesbo's werd o.a. door het COC Nederland gepubliceerd. Maar in de landelijke geschiedschrijving van WO2 [Lou de Jong] kwamen homovervolging en verhalen over homoseksuele mannen en vrouwen in het verzet niet voor. Laat staan dat er werd geschreven over homoseksuele mannen die vanwege 'problematisch gedrag' via een omweg werden gemobiliseerd en als Nederlands militair de dood vonden. Zie onder andere het verhaal Ko van der Maas. De geschiedenis werd herontdekt toen de lhbti+beweging eind jaren 70 zelf onderzoek ging doen [o.a. Rob Tielman en Pieter Koenders].
Op 4 mei 1970 proberen twee leden van de AJAH tijdens de Nationale Dodenherdenking een krans te leggen bij het monument op de Dam. Er was toestemming gevraagd, maar formeel hadden ze 'niet op tijd' een verzoek ingediend. De jongeren werden hardhandig verwijderd. Het was begin jaren 70 en in Nederland was homoseksualiteit in bepaalde gevallen nog strafbaar [artikel 248bis]. De publieke opvatting onder invloed van de rooms-katholieke en protestantse partijen en hun kerkleiders was zeer homo-vijandig. De Nederlandse homobeweging stond in de kinderschoenen. Je kunt dus rustig stellen dat deze jongens ook aandacht vroegen voor hun eigen situatie.
Voor de plechtigheid zoals we die nu in Nijmegen kennen werd uitgerekend een kiem gelegd door de NJWH en Rooie Flikkers. De NJWH wilde op zaterdag 3 mei 1975 het Nijmeegs winkelend publiek informeren over homovervolging in WO2 en op zondag 4 mei een krans leggen op het Traianusplein. De vergunning voor de straatactie op zaterdag werd echter op het laatste nippertje geweigerd, het werd 'te confronterend' gevonden. Toen de Rooie Flikkers op 3 mei natuurlijk toch de [Broer]straat opgingen, kwam het snel tot een botsing met de politie. Klappen, arrestaties en een rechtszaak waren het gevolg.
Op zondag 4 mei namen de homojongeren dan toch voor het eerst deel aan de - toen gebruikelijke - stille tocht door de stad. Ze legden een eigen krans op het Traianusplein. De stoet bestond uit enkele tientallen mensen. Behalve homo's en lesbo's - met 'confronterende' roze driehoek - liepen er oudere communisten uit het verzet en een handvol rabiaat conservatieve veteranen mee. De plaatselijke overheid stuurde de dienstauto van de burgemeester en diens chauffeur bezorgde de krans namens de stad Nijmegen ...
Sindsdien doet de Nijmeegse lhbti+beweging mee aan de plaatselijke Dodenherdenking op Traianusplein. Ook in veel omringende gemeenten wordt namens COC Regio Nijmegen bloemen gelegd: in Beek-Ubbergen, Bemmel, Beuningen, Druten, Elst, Groesbeek en Wijchen. Zelfs tot in Tiel!
Vast onderdeel was en is ook het verzet tegen de deelname. Met name in die eerste jaren werd in Nijmegen de krans vernield, verwijderd of de linten er vanaf geknipt. Daarnaast vonden [en vinden] overheden steeds weer redenen om homovervolging tijdens WO2 minder belangrijk te maken. Waarop de Regenboogbeweging moet 'bewijzen' dat ook ["hoeveel dan?"] homo's en lesbo's vervolgd werden.
Zelfs in Regenboogstad Nijmegen wordt op een gegeven moment getornd aan herkenbare deelname door de lhbti+beweging. Het COC mag vanaf 2014 alleen nog bloemen leggen als 'overige Maatschappelijke Organisatie'. De naam van COC Nijmegen wordt niet meer genoemd. Argument van de het plaatselijk comité 4/5 mei: het opnoemen van alle organisaties neemt teveel tijd in beslag.
Na vragen in de gemeenteraad, een nota van de Adviescommissie Homo Lesbisch beleid èn een protestbrief van COC Nijmegen in 2017 laat het plaatselijk Comité 4/5 Mei nog weten: "Het Nationaal Comité heeft een boekje uitgegeven 'Slachtoffergroepen in WOll'. De lhbti komt daar als groep niet in voor. Zij zijn als groep niet vervolgd staat er, maar als de nazi's erachter kwamen dat een gevangene of een jood homoseksueel was, dan werden ze weI apart gemerkt. Het gaat ook niet om grote aantallen."
Sommige mensen in de Regenbooggemeenschap waren het toen een soort van zat. Op 1 mei 2018 stelt Jac.Splinter het volgende persbericht op:
Aparte kranslegging op 4 Mei in Nijmegen ter nagedachtenis aan homoseksuele slachtoffers. Vrijdagmiddag 4 mei 2018 wordt om 12.00 uur 's middags, ter nagedachtenis aan de homoseksuele mannen en vrouwen die slachtoffer zijn geworden in de tweede wereldoorlog, een krans gelegd bij het monument op het Keizer Traianusplein in Nijmegen.
De krans wordt gelegd door Jac.Splinter. Hij leest eerst het gedicht 'Voetnoot bij de kranslegging op de Dam, 4 mei 1970' geschreven door Jaap Harten. Vervolgens legt hij een krans en houdt hij twee minuten stilte ter nagedachtenis aan de 15.000 tot 80.000 homoseksuele mannen en vrouwen slachtoffers van de tweede wereldoorlog en de ongetelde homoseksuele mannen en vrouwen die door geweld om het leven zijn gebracht in de oorlogen daarna. [...]
Het Nijmeegs establishment is geshokeerd en buitelt in de Nijmeegse pers over elkaar heen met afkeurend commentaar. Plaatselijk comité 4/5 mei noemt de actie - in een groot artikel met even zo grote foto - "Ongepast en uitermate storend" [*]. Jac.Splinter: "De burgemeester en het comité vinden het niet netjes dat ik hier sta. Ik vind het niet netjes dat zij al vier jaar niet bereid zijn om ook maar één woord met ons hierover te wisselen" en hij gaat onverstoorbaar door met zijn plannen.
[*] Gelderlander 4 mei 2018.

4 mei 2018 Jac.Splinter houdt zijn herdenking ter nagedachtenis aan de homoseksuele mannen en vrouwen die slachtoffer zijn geworden in de tweede wereldoorlog. De pers laat zich niet onbetuigd. An Stalpers
Het is gelukkig goed gekomen tussen gemeente en de Regenboog. COC Regio Nijmegen en andere organisaties worden weer genoemd tijdens de jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei. Maar in Regenboogstad Nijmegen ontbreekt nog steeds een zichtbare plek voor solidariteit, herdenken en vieren. Rechts van De Lindenberg zijn de Veerpoorttrappen naar de Waalkade. Die trappen waren in 2015 korte tijd Regenboogtrappen. Daarna werd er gerenoveerd en was de pret voorbij. Sommigen verzuchtten: hadden we maar een eigen Regenboogmonument, dan waren we niet van politiek spel of establishment afhankelijk. In 2021 neemt de gemeente inderdaad het initiatief om een eerder plan voor een Regenboogmonument in Nijmegen weer op te pakken. Die zou dan op de Waalkade moeten komen, aan de voet van de Veerpoorttrappen.
Wat betreft de tweede Wereldoorlog en homovervolging: De meeste Regenboogmensen die de Tweede Wereldoorlog meemaakten zijn overleden. De mensen die erover hoorden via ouders of grootouders zijn inmiddels zo oud dat herinnering defintief over zal gaan in geschiedenis. Nu is dus het moment om het heft in eigen hand te nemen. Het voorwerk werd gedaan door NJWH, de Rooie Flikkers, COC en mensen als Jac.Splinter.
Maar er is meer. Vanaf de oprichting in 1986 geeft het oudste gemengde homokoor in Nederland Cantus Obliquus in Nijmegen een gratis toegankelijk herdenkingsconcert op 4 mei. Jarenlang vond dit plaats in Villa Lila en werd het concert afgesloten met het zingen van Das Lila Lied. Cantus Obliquus geeft nog steeds de gratis herdenkingsconcerten op 4 mei, nu meestal in de Antonius van Paduakerk aan de Groesbeekseweg, Nijmegen.